vv Hillegersberg vindt de zorg voor een veilige (sport)omgeving voor iedereen en in het bijzonder voor minderjarigen, essentieel.
Ongewenst gedrag in de sport komt helaas vaker voor dan men denkt. Een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) is één van de maatregelen die wij als vereniging kunnen nemen om de kans op grensoverschrijdend gedrag binnen onze vereniging te verkleinen. Een VOG geeft meer zekerheid over het verleden van personen. Daarbij vermindert het de kans dat iemand die eerder in de fout is gegaan met kinderen een daaraan gerelateerde functie binnen de sport kan uitoefenen.
Daarom is op 30-10-2014 in de Algemene Ledenvergadering van vv Hillegersberg besloten om van álle vrijwilligers, trainers en coaches die indirect/direct werkzaam zijn met minderjarigen bij vv Hillegersberg een VOG te vragen.
Met een vertrouwens(contact)persoon kan ieder ongewenst en grensoverschrijdend gedrag worden besproken. Hij of zij luistert en denkt mee. De vertrouwenspersoon van vv Hillegersberg is Martijn van Kessel, bereikbaar via 06-51664803.
De VCP is onafhankelijk en is er voor iedereen binnen de vereniging; sporters, ouders, trainers, toeschouwer, bestuurders etc.
In de sport is de relatie tussen de trainer en de sporter erg belangrijk. Daarom heeft NOC*NSF heeft ter preventie van seksuele intimidatie in de sport een aantal gedragsregels opgesteld. Deze gedragsregels zijn van belang voor iedereen die aan sport doet. Ze zijn vooral bedoeld om alle begeleiders van sporters en van sportactiviteiten een richtlijn te geven ten aanzien van welk gedrag wel en niet is toegestaan. Grensoverschrijdend gedrag en seksuele intimidatie worden niet getolereerd.
Onderstaande gedragsregels zijn gericht op trainers/coaches/begeleiders/kaderleden (verder begeleider genoemd) en maken ook deel uit van het Tuchtreglement van de sportbond. De gedragsregels geven aan waar de grenzen liggen in het contact tussen begeleider en sporter. Deze gedragsregels zijn opgesteld voor begeleiders in de sport aangezien uit cijfers blijkt dat plegers veelal begeleiders zijn en slachtoffers veelal sporter.
Gedragsregels ter preventie van seksuele intimidatie in de sport
1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt (om te bewegen). De sporter moet als mens worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, culturele achtergrond, leeftijd, lichamelijke kenmerken of burgerlijke staat. Dat betekent dat de sporter zich zowel tijdens het sporten maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in de kleedruimtes, veilig moet voelen en het gevoel moet hebben dat hij zich -letterlijk -vrij kan bewegen.
2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van seksueel (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
6. De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
7. De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en de ruimten waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
8. De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding staan tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering.
10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels door iedereen die betrokken is bij de sporter worden nageleefd. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.
11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen. Dit betekent dat de begeleider ook alert moet zijn op gedragingen die niet direct seksueel intimiderend zijn, maar wel als grensoverschrijdend worden ervaren.
Als je grensoverschrijdend gedrag signaleert, dien je maatregelen te nemen. Wat kun je doen?
- De betreffende persoon op zijn gedrag aanspreken.
- De vertrouwenspersoon (zie hierboven) en/of het bestuur inlichten (in overleg met het slachtoffer).
- Een van de vertrouwenspersonen van de KNVB inlichten (in overleg met het slachtoffer).
- Het slachtoffer wijzen op het NOC*NSF meldpunt seksuele intimidatie in de sport en op de mogelijkheid van het krijgen van ondersteuning van de NOC*NSF vertrouwenspersonen via Centrum Veilige Sport
- Aangifte doen bij de politie (in overleg met het slachtoffer) indien er een strafbaar feit is gepleegd.